Al jaren spring ik af en toe op mijn instap-Trek. Steeds minder vaak, echter. Ooit reed ik gezwind, mager en gezond, uitgestippelde tourtochten op zaterdag. Geen kasseipuist ging ik uit de weg. Het was fijn en het was goed. Maar vooral: ik was na afloop gezond moe van het naarstige stoempen. Ik kwam tijdens die tochten ziel- en lijfgenoten tegen. De liefde voor het fietsen en de musculaire zelfkastijding gingen hand in hand. Vandaag echter, en dat gevoel sluimert al een paar jaar eerlijk gezegd, voel ik mij Edwig Van Hooydonck. De Eddy Bosberg uit lang vervlogen tijden. Wat staat er in het grote Wikipedia-boek over de Lange uit Gooreind?
'Halverwege het seizoen 1996 beëindigde hij enigszins vroegtijdig zijn carrière. Hij kon niet meer volgen met de toprenners terwijl hijzelf proper reed. Hij wilde dit zo houden en er zat dus niets anders op dan stoppen met wielrennen. Van Hooydonck liet zich in een aantal commentaren kritisch uit over het dopinggebruik en de opkomst van epo in het wielerpeloton.'
Van Hooy werd uit het buik van het peloton gelost door valsspelers met een fractie van zijn talent. Links en rechts werd hij voorbijgereden, als het moest zelfs op zijn Bosberg. Een klein kind kon zien dat er stront aan de knikker was.
Decennia later heeft het bedrog ook de gelegenheidstweewielers besmet. Uit alle holen, wegels, stegen en achterstraatjes komen ze gekropen, met onder de bagagedrager of het zadel het zwarte bakje. De zwarte doos van het wielrennen. Terwijl mijn kuiten op springen staan, steken ze mij zonder het minste zuchtje voorbij, eerst hij, dan zij, en als er één pakt, dan pakt de tweede ook. Daar rijden ze dan, zonder een opleiding stuurmanskunst in de benen. Zandstormen en rukwinden trotserend met sprekend gemak. In de boter trappend met hun witte toeristensokjes en obligate zijspiegels. Hun zwarte infuus werkt als een rode lap op de stier in mij. Het hoge woord is er uit, de elektrische fietser zorgt voor kortsluiting. Ik heb, spottend en spottend, mijn ogen de kost gegeven, de monsters gemonsterd. De chauffeurs en chauffeuses van de e-bike. Tieners bezigen het ding om hun Red Bull te halen in de nachtwinkel bij Sharif. Nee, meneer, de Honda Camino van weleer op zolder en in kelder, daar maken we ons niet aan vuil.
De e-bike is vandaag wat de Vestaalse maagd in het oude Rome was. Het snijpunt tussen gemakzucht en decadentie. De afgrond gezien door een verrekijker. En om de vergelijking met het nieuwe Griekenland te maken: e-bikers zijn zienden die zeggen dat ze blind zijn. Of zumbadansers die zeggen dat ze immobiel zijn. Voor de rest van hun dagen wens ik hen immanente zadelpijn toe.
Strijk "ons" aub toch niet allemaal over dezelfde kam.
Dankzij de E-bike kon ik terug fietsen, voor een gewone fiets heb ik allang geen kracht genoeg meer in mijn rechterbeen. Wees gerust, ik zal jou met mijn fiets niet voorbijknallen, ook op mijn E-bike haal ik maximum 17km/u. Immobiel? Ja. Zumbadanser? Neen. Gemakzucht of decadent? Neen, pure noodzaak. Ik hoop oprecht dat ik van jouw wens -de immanente zadelpijn- gespaard mag blijven, heb zo al pijn genoeg.
Geplaatst door: Kathleen | 22 augustus 2015 om 02:15 nm
De goede verstaander heeft begrepen dat mijn blogje niet sloeg op mensen die zoals jij een e-bike uit pure noodzaak gebruiken ;-)
Geplaatst door: MELANCHOLIA | 28 augustus 2015 om 08:33 nm