Ergens regeert de stilte. Het hoeft zelfs geen tra in een reusachtig woud te zijn. Geen stiltegebied. Maar ergens heeft de stilte het voor het zeggen. Desnoods huist de stilte in mijn hoofd. Zoals alleen de stilte dat kan. Stilte is behuizing. Stilte is een onzichtbare spouwmuur tussen mijn oren. Soms wou ik dat ik nooit geluid had gekend.
Stilte is de hardnekkige weigering van een muzikant om de noot teveel te spelen in de oortjes in mijn oor. Mark Hollis, zanger, ziel, stem en genie van het ter ziele gegane Talk Talk, kon en kan dat als geen ander: een overbodige noot in zijn broekzak laten zitten. The Blue Nile idem dito.
Stilte is kwetsbaar. Je kan ze niet verpakken of betonneren. Als kind moest ik ooit vijf minuten naar de stilte luisteren van de meester van het zesde lager en alle gehoorde geluiden op een blad schrijven. Het stond vol. Die bewuste dag wist ik dat de stilte een illusie was, zeldzaam ook en net daarom ooit zou eindigen in een reservaat. Wat op de keper beschouwd lachwekkend is, want hoe kan je nu de stilte bezoeken zonder geluid te maken?
's Nachts in bed lukt het zelfs niet. Mensen plegen te ademen - ook in hun slaap - en adem is naast zuurstof ook een hoorbaar begrip.
Stef Bos dwaalde toen hij zong over Breek de stilte. De stilte is altijd al gebroken geweest. Ze ligt levenslang aan scherven. Lijmen heeft geen zin. Iedereen trapt om de haverklap in het glas. Krak. Geluid daarentegen is veel machtiger en krachtiger. De geluidsboxen in een discotheek zijn de trechter van de ganzenkwekerij, waar eenden gans de nacht staan dansen op het ritme van de trommelvliezen. Geluid is quasi onoverwinnelijk. Alleen jachtpiloten kunnen geluid het zwijgen opleggen als ze door de geluidsmuur heen breken. Mach 2, dat mag.
De stilte verdraag je niet. Je laat ze waar ze is. Stilte hangt. Zoals mist. Zoals een slot. Met één verschil: je kan stilte niet vergrendelen. Het steeds zeldzamer worden van de stilte is een sleutelprobleem.
Laatste reacties