We moeten aannemen dat er bepaalde lessen uit de liefde getrokken kunnen worden, anders blijven we onze fouten vrolijk tot in het oneindige herhalen, als vliegen die gek worden door steeds maar met hun kop tegen de ruit te bonken, niet in staat te begrijpen dat ze niet door het glas heen kunnen vliegen, al lijkt het ook doorzichtig. Zijn er niet bepaalde elementaire waarheden te leren, flarden van wijsheid die een deel van het buitensporige enthousiasme, van de pijn en de bittere teleurstelling zouden kunnen voorkomen? Is het geen gerechtvaardigd streven om verstandig te leren worden met betrekking tot de liefde, zoals men dat kan worden met betrekking tot eten, dood of geld?
Wijsheid begint met het besef dat de kunst om te leven niet aangeboren is, maar dat leven een vaardigheid is die we moeten leren, zoals we leren fietsen of pianospelen. Maar wat raadt wijsheid ons aan te doen? Dat we naar kalmte en innerlijke rust moeten streven, een leven zonder verkramptheid, angst, verafgoding en schadelijke passie. Wijsheid leert ons dat onze eerste opwelling niet altijd juist hoeft te zijn, dat onze driften ons op een dwaalspoor brengen als we het verstand niet oefenen in het scheiden van ijdele en echte behoeften; dat we onze fantasie in toom moeten houden omdat die anders de werkelijkheid verdraait en muggen in olifanten verandert en kikkers in prinsessen; dat we onze angsten in bedwang moeten houden, zodat we bang kunnen zijn voor wat ons kwaad doet maar onze energie niet verspillen aan het vluchten voor schaduwen op de muur; dat we niet bang moeten zijn voor de dood, en dat we alleen de angst zelf te vrezen hebben.
Maar wat zegt wijsheid over liefde? Is het iets waar we helemaal mee moeten stoppen, zoals koffie of sigaretten, of kan het af en toe geen kwaad, zoals een glas wijn of een reep chocolade? Staat de liefde lijnrecht tegenover alles waar wijsheid voor staat? Slaat ook het hoofd van de wijze op hol of alleen dat van het uit zijn krachten gegroeide kind?
Bepaalde wijze denkers mogen dan een goedkeurend knikje aan de liefde hebben gegeven, ze hebben daarbij wel zorgvuldig onderscheid gemaakt tussen verschillende soorten, net zoals artsen mayonaise afraden tenzij die met ingrediënten met een laag cholesterolgehalte is gemaakt. Ze maken verschil tussen de onbezonnen liefde van een Romeo en Julia en Socrates' beschouwende verering van het Goede, ze stellen de excessen van een Werther tegenover de bloedeloze broederliefde die Jezus voorstaat.
Het verschil zou in de categorieën volwassen en onvolwassen liefde kunnen worden ondergebracht. De filosofie van de volwassen liefde, die in bijna elk opzicht de voorkeur verdient, wordt gekenmerkt door een actief besef van het goede en het kwade in elk mens, is vol gematigdheid, onthoudt zich van idealisering, is vrij van jaloezie, masochisme of obsessie; zij is een vorm van vriendschap met een seksuele dimensie, zij is aangenaam, vreedzaam en wederzijds [wat misschien verklaart waarom de meeste mensen die begeerte hebben gekend haar door haar pijnloosheid de naam liefde niet waardig zouden vinden]. Onvolwassen liefde daarentegen is [ofschoon zij weinig met leeftijd te maken heeft] een verhaal van chaotisch heen en weer slingeren tussen idealisering en ontgoocheling, een wankele toestand waarin gevoelens van extase en gelukzaligheid gecombineerd worden met indrukken van verdrinking en dodelijke walging, waarin het gevoel dat men eindelijk het antwoord heeft gevonden samenkomt met het gevoel dat men nog nooit zo reddeloos is geweest. De logische climax van onvolwassen [want absolute] liefde komt met de dood, echt of symbolisch; de climax van volwassen liefde komt met het huwelijk, en de poging de dood te vermijden door middel van vaste patronen [de zondagskranten, broekpersen, apparaten met afstandsbediening]. Want onvolwassen liefde aanvaardt geen compromissen, en zodra we geen compromissen aanvaarden bevinden we ons op de weg naar de dood. Voor mensen die de pieken van onvolwassen hartstocht hebben gekend is genoegen nemen met het huwelijk een prijs die men niet kan blijven betalen - men zou er nog liever een eind aan maken door de auto van een steile rots af te rijden.
Met het naïeve gezonde verstand dat bij ingewikkelde problemen naar boven kan komen vroeg ik soms [alsof het antwoord op de achterkant van een envelop zou passen]: 'Waarom kunnen we niet gewoon allemaal van elkaar houden?' Aan alle kanten omringd door de martelingen van de liefde, door de jammerklachten van moeders, vaders, broers, zusters, vrienden, sterren uit soap opera's en kappers bood ik dan de hoop dat er eenvoudigweg omdat iedereen dezelfde pijn toebracht en kreeg toegebracht een gemeenschappelijk antwoord gevonden kon worden - een metafysische oplossing voor de romantische problemen van de wereld op de grootse schaal van het communistische antwoord op de onrechtvaardigheden van het internationale kapitaal.
Bron: Alain de Botton, Proeven van liefde, 1993, Contact, p 223-225
Een groot en wijs man schreef:
Geplaatst door: [email protected] | 28 november 2013 om 12:53 nm