Hij is hoop en al tien en zij zegge en schrijve vierentwintig lentes jong. Een week of drie geleden was ze heel droevig, dat had hij onmiskenbaar gemerkt. Er lag een doodsbrief achteraan in de klas, misschien toeval, misschien ook niet. Het had perfect een kat of een paard kunnen wezen, maar evenzeer een mens van oud vlees en versleten bloed. Ze had min of meer gehuild en de klas had het geweten. Er hing droefheid in de schoolbanken, in die mate dat niet ruiken niet tot de mogelijkheden behoorde.
Sinds een week lacht ze weer als ze de kinderen en hun ouders over het zebrapad brigadiert. Haar bruine laarsjes lopen weer met opgeheven hoofd, de jeans is roder dan ooit voorheen. Als juf is ze bovenbest, geeft zelden huiswerk. Ze heeft de klas in en op haar hand. De wet van de jungle, die vorig jaar gold, is definitief verleden tijd, vergeten haast. Zoals alle juffen in de lagere school schrijft ze schoon, proper en mooi, maar dít exemplaar kan door de vingers zien, tot a's die o's lijken en omgekeerd toe. Ik heb haar beoordeling in het rapport van mijn jongste wel vijftig keer gelezen. Ik wreef me de ogen uit, kneep in mijn wang en dacht dat ik droomde. Maar het was écht, haar slotzin onderaan rechts, net boven de handtekening:
veel liefs, juf Laurence
Zij verdient een gouden medaille!
Geplaatst door: Martine | 16 oktober 2013 om 01:31 vm
Zeker weten!
Geplaatst door: MELANCHOLIA | 23 oktober 2013 om 09:55 nm