Vaste plaatsen. Sommigen zijn eraan gehecht, tot in het absurde toe. Ik doe het ook. In de Makro tank ik altijd aan dezelfde pomp. Nummer 11. Aan de school van de kinderen heb ik mijn vaste parkeerstek. Ik heb een vaste plaats om een boek te lezen. In een groep wielertoeristen zet ik mij altijd helemaal achteraan, al heeft dat hoegenaamd niets met wieltjeszuigen te maken. In de Self Pay van mijn Delhaize zijn er vier kassa's, maar ik neem altijd de dichtstbijzijnde rechts. Op de keper beschouwd zijn er geen objectieve, logische redenen te bedenken voor mijn vaste plaatsen. Misschien heeft het iets te zien met de macht der gewoonte of de angst voor het onbekende.
Gisteren kwam ik een oude, kleine, grijze en wijze man tegen. Ik heb een vaste plaats op de bus, zei hij. Achter de chauffeur? Dicht bij de uitgang? vroeg ik. Hij lachtte heimelijk, bevochtigde met de tong de lippen en fluisterde neen, ik ga altijd neerzitten ter hoogte van de voor- of achterwielen. Ik heb namelijk nogal korte beentjes. Game, set and match.
Laatste reacties