Op een winterse zondag zit het zwembad vol als een blik sardientjes. Een schoolse slag zit er hoegenaamd niet in. De temperatuur van het water is dezelfde als altijd, als ik het digitale bord langs het langebaanbad mag geloven: 28° C. Ik heb het nooit anders geweten. Toch voelt het soms ijskoud en soms tropisch warm aan. De accomodatie beschikt over een hoog plafond, zodat het gekrijs en het gegier een uitweg naar boven vinden. In openbare zwembaden wordt te veel geroepen en te weinig gezwommen. Redders die zich urenlang aan decibelterreur en diep uitgesneden badpakken blootstellen, moeten stalen zenuwen hebben. In het extra warme ploeterbad hokken de kersverse mama's samen. Het water komt hooguit tot aan hun schenen. Hier en daar floept een premature spatader tevoorschijn. Ik doorzie ze, ook al dragen ze meestal donkerkleurige badpakken-uit-één-stuk, zedig en katholiek. Velen zijn in een stellingenoorlog gewikkeld met het eigen lichaam. De zwangerschapskilo's drijven tot hun scha en schande niet af. Zwembadwater en achtergebleven vruchtwater zijn van elkaar gescheiden door een ondoordringbare muur van buikhesp. Alles giert, ademt, lekt. Een jongen en een meisje trekken mijn aandacht. Ze maken geen lawaai, zwermen niet opgefokt rond als bijen. Praten doen ze ook niet. Vanuit mijn positie bekeken lijkt er geen enkele vorm van contact of communicatie te zijn, ook geen aanraking. En toch horen ze samen. Ze kijken voortdurend naar mekaar, lijken met de ogen te spreken, maar niet op de klassieke manier. De massa lost op in het water tot alleen nog de jongen en het meisje overblijven. Is dit een droom? De feiten spreken tegen mij: het zwembad zit boordevol en kan elk moment uiteenspatten. Maar ik stel ook vast dat ik het voorbije half uur gebiologeerd ben geraakt door twee waterfluisteraars. Ik heb ze zelfs een naam gegeven, Beau en Belle. Zwem naar ze toe, onopvallend en beheerst, zegt een stem in mijn hoofd. Observeer. Neem alle twijfel weg. In een periferie van een dikke meter rondom B & B heerst volmaakte stilte. Letterlijk niemand komt op het onzalige idee het membraan te doorprikken. Ik zie Beau plots zijn twee handen uit het water omhoogsteken, meteen gevolgd door die van Belle. Vóór mij voltrekt zich een romantische pantomime op een bed van water. B: Ik hou van jou. B: Ik ook van jou. B: Doofstom of niet. B: Ze horen ons toch niet.
Laatste reacties