'Ik heb al met 130 vrouwen geslapen', zei hij zonder verpinken. 'En daar was zelfs een langdurige relatie bij. Eén jaar om precies te zijn.' Ik luisterde naar zijn stortvloed van betrekkingen. Hij zag er onverzorgd uit en rook naar rokend drijfmest. Her en der ontbraken cruciale tanden. Meer dan honderd vrouwen, dat kon gewoonweg niet waar zijn. De leugens stonden gegrift op zijn bouwvallige jukbeenderen. Het gebruik van vers dagelijks ondergoed strookte niet met zijn uitstraling. 'Of hij iets tegen vrouwen had?', probeerde ik. 'Ik heb alleen iets tegen domme en lompe vrouwen, met de verstandige en knappe ga ik naar bed.' 'Ik denk dat vrouwen niet je beste vrienden zijn. Je ziet ze als objecten, lompen vlees waaraan gepeuzeld mag worden door hyena's als jij.' 'So what?' Daar hield het op. Uitgeargumenteerd. Ik praatte me met een smoes uit het café en in de auto en reed in overpeinzingen verzonken naar huis. Honderddertig vrouwen... hoe bestaat zoiets? Platgeneukte trofeeën op een fallisch palmares. Hoe krijgt zo'n spook die dames überhaupt in bed? Neen, hij heeft het allemaal uitgevonden, ziekelijke fantasieën ontsproten aan de organische eenzaamheid. Wat je niet krijgen kan, dat ga je op de duur minachten en haten. Die vrouwen bestaan alleen op porno-dvd's, in het beste geval achter achterbuurtglas. Ik heb hem nooit meer weergezien sinds die avond. Een toevallige passant op de snelweg van het leven. Her en der zie ik soortgenoten van hem opduiken op pechstroken langs autosnel- en gewestwegen. Voortaan zet ik mijn zonnebril op en rijd ze blindelings voorbij. Een lift aanbieden is er niet meer bij.
Laatste reacties