De 'hedonistische tredmolen' vormt een andere barrière voor het verhogen van uw geluksniveau, want die zorgt dat u zich snel en onvermijdelijk aanpast aan goede dingen door ze als vanzelfsprekend aan te nemen.
Door steeds meer materiële bezittingen en successen te verzamelen, zullen uw verwachtingen stijgen. Het succes en de dingen waar u zo hard voor heeft gewerkt maken u niet langer gelukkig; u heeft iets nodig dat nog beter is om uw geluksniveau naar de bovenregionen van uw bereik te brengen. Maar zodra u de volgende bezitting of een nieuw succes heeft, gaat u die ook als vanzelfsprekend beschouwen, enzovoort. Er bestaan helaas heel wat bewijzen voor het bestaan van deze tredmolen.
Als er geen tredmolen zou zijn, zouden mensen die meer goede dingen in het leven hebben over het algemeen veel gelukkiger moeten zijn dan mensen die minder hebben. Maar de minder gefortuneerden zijn ongeveer even gelukkig als mensen die alles hebben. Goede dingen en successen, zo blijkt uit onderzoeken, hebben verbazingwekkend weinig kracht om geluk voor langere tijd te verhogen :
- In minder dan drie maanden verliezen belangrijke gebeurtenissen (zoals ontslag of promotie) hun invloed op het geluksniveau.
- Rijkdom, wat vrijwel automatisch tot meer bezittingen leidt, heeft een verbazingwekkend lage correlatie met het geluksniveau. Rijke mensen zijn gemiddeld maar ietsje gelukkiger dan arme mensen.
- Het inkomen is in de ontwikkelde landen de afgelopen vijftig jaar dramatisch gestegen, maar de tevredenheid met het leven is in de Verenigde Staten en de meeste andere rijke landen helemaal niet toegenomen.
- Een recente salarisstijging leidt tot meer voldoening op het werk, maar het gemiddelde salarisniveau houdt daar geen verband mee.
- Fysieke aantrekkelijkheid (die net als rijkdom een hoop voordelen biedt) heeft vrij weinig invloed op het geluksniveau.
- Objectieve lichamelijke gezondheid, misschien wel ons kostbaarste bezit, is nauwelijks aan geluk gecorreleerd.
Er zijn echter grenzen aan aanpassing. Er zijn slechte dingen waar we nooit aan wennen of waar we ons maar heel langzaam bij neerleggen. De dood van je kind of je partner bij een auto-ongeluk bijvoorbeeld. Vier tot zeven jaar na een dergelijke gebeurtenis voelen getroffen mensen zich nog steeds veel depressiever en ongelukkiger dan mensen uit een controlegroep. Mensen die een familielid met de ziekte van Alzheimer verzorgen, laten in de loop van tijd een verminderend subjectief welbevinden zien en mensen in zeer arme landen als India en Nigeria zijn veel minder gelukkig dan mensen in rijkere landen, ook al heerst er al eeuwen armoede in die landen.
uit : Gelukkig zijn kun je leren (2002), Martin E.P. Seligman
Daniel
Laatste reacties